Israël, ook wel het land van de Joden en van de Palestijnen

Zoals beloofd in mijn vorige blog, ga ik nu wat dieper in op de Palestijnse kwestie. 

Al van kindsbeen af hoorde ik de verhalen over de oorlog tussen Israël en Palestina. Door Israël te bezoeken en met verschillende mensen te praten (inderdaad, met Israëli) besefte ik pas echt hoe ingewikkeld dit verhaal net is.

(Bron: http://conflictenteller.nl/isra%C3%ABlpalestina.html)

WAT:

Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Groot-Britannië Palestina onder ‘mandaat’ (beheer). Al in 1917 had de Britse minister Balfour aan de zionistische beweging een ‘tehuis’ voor het Joodse volk in Palestina beloofd en de Arabieren in het gebied zelfbestuur (de ‘Balfour Declaration’). 

De massamoord op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgden bij veel Westerse landen voor schuldgevoelens. In 1947 besloot de pas opgerichte Verenigde Naties dat er in Palestina zowel een Joodse als een Palestijnse staat moest komen. De Arabische bevolking van Palestina en de Arabische landen waren tegen de vestiging van een Joodse staat, ook al omdat de verdeling van het grondgebied sterk ten nadele van de Palestijnen uitviel. Op 14 mei 1948, één dag voor het einde van het Britse mandaat, riepen de zionistische leiders de staat Israël uit. De volgende dag vielen legers van Egypte, Irak, Syrië, Jordanië en Lybië de jonge staat binnen – de eerste Arabisch-Israëlische oorlog. 

De goed bewapende en getrainde Joodse strijdgroepen weerstonden de Arabische inval en namen een groot deel van Palestina in. Bij de Palestijnen staat deze Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog bekend als de nakhba (ramp). Enkele duizenden Palestijnen werden gedood en meer dan 500 Palestijnse dorpen en stadswijken verwoest. Ruim 700.000 Palestijnen werden verdreven of vluchtten naar de buurlanden en naar gebieden die nog niet door de Israëliers waren ingenomen. De Joodse staat veroverde veel meer grondgebied dan was voorzien in het VN-verdelingsplan, er kwam geen Palestijnse staat, Egypte lijfde de Gazastrook in en Jordanië de Westoever. 

Na 1948 heeft Israël nog verschillende oorlogen met Arabische buurlanden uitgevochten, zoals in 1956 met Egypte om de zeggenschap over het Suezkanaal, en in juni 1967 de Zesdaagse Oorlog met Egypte, Syrië en Jordanië. De Zesdaagse Oorlog was een groot militair succes voor Israël, dat het land een geweldige psychologische opkikker gaf en haar militaire en politieke dominantie in de regio voor lange tijd verzekerde. Het veroverde de Gazastrook en het Sinaï-schiereiland op Egypte, de Westoever (door religieuze Joden Judea en Samaria genoemd), inclusief Oost-Jeruzalem, op  Jordanië, en de Golanhoogte op Syrië. Het betekende een even zo grote vernedering voor de Arabische wereld. Deze schande werd in oktober 1973 gedeeltelijk uitgewist, toen Egypte en Syrië een gezamenlijke aanval uitvoerden die Israël volkomen verraste: de Jom Kippoer Oorlog, genoemd naar de heiligste dag uit de Joodse religieuze kalender, Grote Verzoendag, waarop de aanval begon. Pas na tussenkomst van de Amerikanen kwam er een wapenstilstand. 

Geleidelijk is het Arabisch-Israëlische conflict geworden tot het nog steeds voortdurende conflict tussen Israël en de Palestijnen. Hoewel de relatie tussen Israël en veel Arabische landen slecht is gebleven, hebben er sinds de jaren 1980 geen grote confrontaties met de buurlanden plaatsgevonden, met uitzondering van de Libanon-oorlog in 2006. In 1979 sloot Egypte een vredesverdrag met Israël, waarbij het de Sinaï-woestijn terugkreeg, in 1994 gevolgd door Jordanië. Het enige land dat Israël nog steeds echt bedreigt en weigert te erkennen is (niet-Arabisch) Iran, dat met Hamas, Syrië en de gewapende Hezbollah-partij in Libanon het zg. ‘afwijzingsfront’ vormt. 

Zowel Palestijnen als Joden claimen (delen van) het grondgebied dat nu de staat Israël vormt. Vanaf de jaren 1960 pleegden militante Palestijnse groeperingen regelmatig aanslagen tegen Israël en haar bevolking. De bekendste zijn de Fatah-beweging en de overkoepelde organisatie Arabische Liga opgerichte Palestijnse Bevrijdings Organisatie (PLO), beide tot zijn dood in 2004 geleid door Yasser Arafat. De doelstellingen van de PLO en Fatah zijn het verwezenlijken van een onafhankelijke Palestijnse staat. 

Vanaf 1987 zijn er onder internationale druk verschillende vredespogingen ondernomen. Aanleiding was de Intifada van 1987-1993, een grootschalig protest van de Palestijnse bevolking tegen de Israëlische bezetting van de Gazastrook en de Westoever. In deze periode zijn verscheidene nieuwe Palestijnse verzetsbewegingen ontstaan, waaronder Hamas en de Palestijnse Jihad. 

In 1993 ondertekenden de PLO en Israël in Oslo een vredesakkoord, waarin werd afgesproken dat de Palestijnen Israël als legitieme staat zouden erkennen en de Palestijnen zelfbestuur zouden krijgen in de sinds 1967 bezette gebieden. In 1995 werd de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA) opgericht, die de Palestijnse gebieden bestuurt. Begin 2000 liepen nieuwe onderhandelingen tussen Israël en de PNA echter stuk. In 2001 brak de Tweede Intifada uit, die veel gewelddadiger was dan de eerste en tot 2005 duurde.  

In 2006 won Hamas de verkiezingen in de Palestijnse gebieden,  wat een conflict tussen Hamas en Fatah veroorzaakte. In 2007 wist Hamas de controle over de Gazastrook te krijgen en sindsdien zijn de Palestijnse gebieden feitelijk verdeeld tussen een door de PNA bestuurde Westoever en een door Hamas beheerste Gazastrook. In december 2008 en januari 2009 lanceerde het Israëlische leger een grootscheepse militaire campagne in de Gazastrook (de Gaza Oorlog). Onder invloed van de ‘Arabische lente’ (de omverwerping van autoritaire regiems in Tunesië, Egypte, Libië en enkele Golfstaten) kwamen de PNA en Hamas in april 2011 tot een vergelijk. Het z.g. ‘vredesproces’ tussen Israël en de Palestijnen ligt echter al sinds 2009 stil.

 

WAAROM:

De wortels van het Israëlisch-Palestijnse conflict liggen dus in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw. Onder andere vanwege de uitsluiting en vervolging van Joden in veel Europese landen ontstond een beweging om een eigen Joodse staat te vormen. De over de hele wereld verspreide Joden zouden moeten terugkeren naar het ‘beloofde land’. Dit streven paste in het toen in zwang zijnde nationalisme, volgens welk elk volk of ‘natie’ recht heeft op zelfbestuur oftewel een eigen staat. Het streven naar een Joodse staat in Palestina wordt Zionisme genoemd, naar de berg Zion in Jeruzalem (Zion wordt ook vaak als synoniem voor Jeruzalem gebruikt) . Er werd eigenlijk weinig acht geslagen op het feit dat het beoogde land al bewoond werd, in grote meerderheid door Arabieren, zowel Moslims als Christenen, en dat er een bloeiende maatschappij bestond. De trek van (meest straatarme) Joden uit voornamelijk Oost-Europa kreeg een sterke impuls na het Eerste Zionistische Congres, gehouden in 1897 in Bazel en geïnspireerd door het boek Der Judenstaat van de Oostenrijkse journalist Theodor Herzl.

Het conflict gaat dus in de eerste plaats om grondgebied, om land en om grenzen, en om de identiteit van de bevolking. Naast het pure bestaan van de Joodse staat en de verdrijving van een groot deel van de oorspronkelijke Arabische bewoners, zijn in de loop der jaren een aantal specifieke problemen een rol gaan spelen. De vele honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen blijven een heet hangijzer. Niet alleen hun vaak beroerde leefomstandigheden en het ontbreken van burgerrechten en economische perspectieven in de gastlanden, maar vooral het recht op terugkeer naar waar ze vandaan kwamen. De meeste van de oorspronkelijke Palestijnse huizen en dorpen zijn verwoest of worden door anderen bewoond en Israël verzet zich hevig tegen grootschalige terugkeer. De Palestijnse inwoners van Israël hebben een hoger geboortecijfer, wat op den duur een bedreiging kan vormen voor het Joodse karakter van de staat. Het land zit dus niet te wachten op nog meer niet-Joodse burgers, of dat nu terugkerende vluchtelingen zijn of de bewoners van de bezette gebieden (die Israël dan ook nooit bij het eigen grondgebied heeft willen inlijven). 

De status en toekomst van deze door Israël in 1967 bezette gebieden en de behandeling van de daar levende Palestijnse bevolking is een ander twistpunt. De bouw van nieuwe Joodse nederzettingen en de vestiging van steeds meer kolonisten is een doorn in het oog van de Palestijnen. De Joodse kolonisten worden economisch en politiek gesteund door de Israëlische regering en militair beschermd door het leger. De Palestijnen zien hun bewegingsvrijheid en hun economische ontwikkeling steeds verder beknot. Hun woede wordt nog versterkt door de bouw van een ‘muur’ (bestaande uit hekken, muren, greppels, wachttorens, prikkeldraad en poorten) tussen de Westoever en het eigen grondgebied, waarmee Israël in 2003 is begonnen. De muur loopt op sommige plaatsen dwars door Palestijns gebied en scheidt ook Jeruzalem in twee delen. Volgens Israël is de muur noodzakelijk om terroristen te weren. Palestijnen vinden de muur een afscheidingsmuur zoals de Berlijnse muur tijdens de Koude Oorlog. 

In 2006 trok Israël zich terug uit de Gaza-strook en ontmantelde de daar gevestigde Joodse nederzettingen. De grenzen blijven echter onder streng Israëlisch toezicht en de dicht op elkaar wonende bevolking lijdt onder een economische blokkade. 

De kwestie Jeruzalem: Jeruzalem speelt een grote rol in de drie monotheïstische wereldgodsdiensten – het Jodendom, het Christendom en de Islam. De stad staat nu onder controle van Israël, die dit zo wil houden. De Palestijnen claimen recht te hebben op het oosten van de stad, dat ze tot hoofdstad van hun eigen staat willen uitroepen. 

Het wederzijdse geweld is, zoals in veel conflicten, een probleem op zichzelf geworden, dat de wederzijdse haat en het wantrouwen voedt. In het verleden vroegen militante groeperingen middels terroristische aanslagen in Israël en in het buitenland, en middels gijzelingen en vliegtuigkapingen aandacht voor het lot van de Palestijnen. Sinds een aantal jaren vuren Hamas en andere militante Palestijnse groeperingen, en ook Hezbollah, met regelmaat raketten op Israël af, wat wordt beantwoord met bombardementen op Palestijnse doelen.

EN NU?

First of all: het staat vast dat het Joodse volk zwaar heeft geleden, vooral onder de Holocaust. Ik kan perfect snappen dat men een nieuwe thuis wilde creëren, nadat hun volk zo vreselijk werd behandeld. Maar, ze beroepen zich op 3000 jaar oude geschiedenis om hun rechten te claimen op een gebied, terwijl dit gebied toen bewoond werd door Palestijnen. Officieel was het een Brits mandaatsgebied, dus niet onafhankelijk. Daarnaast is er het argument van de Israëli dat er altijd een groep Joden is blijven wonen in die streek. 

Uit het praten met de Israëlische bevolking werd wel duidelijk dat veel Israëli eigenlijk gewoon vrede willen, en met rust gelaten wil worden. Er wordt dan ook steeds meer gepleit voor het 2-statensysteem. Maar… er blijven wel een aantal obstakels: wat met Jeruzalem? Israël zal Jeruzalem nooit loslaten en de Palestijnen zien Jeruzalem als hun hoofdstad. Wat met de settlements? Bij ons bezoek aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd gewezen op het afstaan van de settlements in de Gazastrook en dat ze dit opnieuw kunnen. Maar natuurlijk niet zonder een vredesgebaar van de Palestijnen. Wat met de muur en de gewapende troepen? Vertrouwen is er immers nog lang niet.

Een ander bijkomend probleem is dat die 2 bevolkingen elkaar al zolang haten, eigenlijk overgedragen van ouders & grootouders. De legerdienst heeft ook als gevolgd dat er een soort indoctrinatie is van het eigen gelijk en van hun nationalisme. Natuurlijk kan je evenmin de huidige Israëlische bevolking uit hun huizen zetten en deze teruggeven aan de Palestijnen…

Zoals je je wel kan inbeelden was het wel interessant om ook de minder bekende kant van het verhaal te horen, namelijk dat van Israël. De beelden van de onderdrukte Palestijnen hebben ons natuurlijk al jarenlang overspoeld. Het deed me vooral beseffen hoe moeilijk dergelijke geschillen zijn. Want: aan beide kanten heb je natuurlijk onschuldige slachtoffers. Elk geboren kind is onschuldig aan deze zaak. En sinds 1948 werden veel kinderen geboren, die nu de oorlogen van hun (groot)ouders moeten uitvechten. 

Even voor de duidelijkheid: ik keur niet goed dat Israël tot op heden Palestina onderdrukt. Maar, ik denk en ik hoop oprecht voor de beide bevolkingsgroepen, dat beiden snel tot een oplossing komen. Misschien is dat een les die het Midden-Oosten van Europa kan trekken? Hoe sterker de gemeenschappelijke (vaak economische) belangen, hoe minder snel oorlog een kans krijgt. 

Een hele moeilijke, gevoelige en ingewikkelde zaak, veel te complex om 1 in simpele blog uit te leggen. Maar bij deze heb ik een bescheiden poging gewaagd.